Basis op orde Ggd

De fractie maakt al jaren opmerkingen over de bedrijfsvoering bij de Ggd. Onlangs werd het document "Basis op orde" op de Lijst Ingekomen Stukken (LIS) gezet. Dit was voor de fractie een reden om dit te bespreken.

Voor twee bedrijfsvoeringsfuncties heeft de Ggd voorlopig bepaald dat de organisatie nog niet klaar is om ze in te vullen, omdat de capaciteit ontbreekt om deze functies goed te begeleiden bij het inwerken. Het gaat om projectleiders met specifieke kennis van de archiefwetgeving en de Wet Open Overheid waarmee de Ggd dus geen invulling kan geven aan deze wettelijke verplichtingen. Verder is voor enkele functies personeel aangetrokken, maar bleef het bij een kort dienstverband. Meermaals is hierbij gerefereerd aan wisselingen van teamleiders. Zij konden moeilijk hun draai vinden in een organisatie die op dat moment flink in beweging was en waarin hun functie nieuw was.

De overgang van zelfsturende teams naar lijnsturing moet op den duur leiden tot meer uniformiteit en effectievere dienstverlening. Het managementteam  verwacht op een later moment de echte effecten te gaan zien. Het zal zeker nog twee jaar duren om de basis op orde te krijgen. Stabiliteit en rust in de organisatie zijn hiervoor belangrijke ingrediënten.                                                                                              Het blijkt voor de Ggd lastig om het laatste deel van de capaciteitsopgave te realiseren. Dat stelt de organisatie voor een keuze: niet uitvoeren of inhuren. Als inhuren nodig is, drukt dat doorgaans zwaar door op de begroting. De Ggd wil inhuur zoveel mogelijk vermijden, maar wil tegelijkertijd voldoen aan wettelijke verplichtingen. Daar zit een spanningsveld dat een weerslag kan hebben op het bedrijfsresultaat. 

Quote: "De organisatie kan niet zomaar van de kelder naar de zolder springen....."                                                                                                     De fractie vindt dat er een lange trap zit tussen de kelder en de zolder en dat er al veel eerder en sneller door het bestuur en de 13 gemeenten ingegrepen had moeten worden.